In opdracht van Telegraaf Media Groep interviewde Jeanet van der Linden twee Urker vrijwilligers voor het KNRM-magazine De Reddingboot. Het zijn Henk Smit en Erik Keuter. Voor iemand die op Urk geboren en getogen is, is zoiets genieten.
Na het gebruikelijke ‘van wie bin jie er iene’ en ‘o, dan kin ik je moeder wel’ komen de verhalen thuis bij Henk Smit op tafel. Na een kwartier is er al genoeg stof voor het hele verhaal, maar we blijven twee uur praten. Vooral Henk heeft die typische Urker humor, heel direct en vol zelfspot. Maar als hij vertelt over een redding die op het nippertje goed ging, zie je de emotie in z’n ogen.
‘In maart 1987 werden we opgeroepen voor een zinkend binnenvaartschip, de Rambler. Het was donker, windkracht 10, we konden elkaar niet horen in de wind. Ik stond aan het roer van de Hessel Snoek en probeerde deze langszij de Rambler te houden terwijl de bemanning een gezin met twee kleine kinderen van boord haalde. De Hessel Snoek was een vlet met één motor en dat maakte het manoeuvreren niet gemakkelijk. Als er iemand tussen de schepen terecht zou komen, was het einde verhaal. Ik zei ‘Goddank’ toen we iedereen in veiligheid hadden gebracht en ik meende dat uit de grond van mijn hart. We voeren terug naar de haven. De kinderen kotsmisselijk. En als dan je collega je een klap op je schouder geeft en zegt: “We hebben het gered jongen”, ja, dat doet je wat. Ik voelde mij als schipper heel sterk verantwoordelijk voor mijn mensen. Je moet blind op elkaar kunnen vertrouwen.’